De cliënt komt in beweging
Hartfalen, diabetes, overgewicht. De gezondheidsrisico’s liggen op de loer voor wie niet genoeg beweegt. Een stimuleringsprogramma sport en bewegen voor mensen met een verstandelijke beperking helpt die risico’s voorkomen. ’s Heeren Loo brengt het in de praktijk.
Onderzoek uit 1998 door Henny van Schrojenstein Lantman-de Valk leert ons dat gezondheidsrisico’s als hartfalen, overgewicht en diabetes extra gelden voor mensen met een verstandelijke beperking. Volgens onderzoek uit 2006 van de Groningse bewegingswetenschapper Ruud van Wijck beweegt tachtig procent van de mensen met een verstandelijke beperking te weinig. Bij mensen zonder verstandelijke beperking is dat 39 procent.
Logisch dus dat Gehandicaptensport Nederland een stimuleringsprogramma sport en beweging heeft opgezet voor mensen met een verstandelijke beperking. Zo kan het ook! heet dit programma, dat tussen 2009 en 2011 op tientallen plaatsen in Nederland is uitgevoerd met financiële steun van VWS. De doelen van het programma waren meervoudig. Sport en beweging verankeren in het beleid van de instelling. Managers en begeleiders bewust maken van de voordelen van sport en beweging voor de gezondheid van hun cliënten. En tenslotte: de cliënten meer laten bewegen of sporten. Iedere instelling kon haar stimuleringsproject zelf invullen om optimaal op de eigen situatie te kunnen inspelen.
Het Mulier Instituut heeft bij 30 van de 44 instellingen voor verstandelijk gehandicaptenzorg gevolgd of er door het programma daadwerkelijk meer aandacht is gekomen voor sport en beweging. De monitoring bestond uit een nulmeting in 2009 en vervolgmetingen in 2010 en 2011. Daarnaast is 331 woonlocaties en overkoepelende instellingen die grotendeels niet aan Zo kan het ook! deelnamen, gevraagd of ze een algemeen beleidsplan en individuele beweeg- en sportplannen hadden, en hoeveel procent van de cliënten tijdens de meetmomenten aan sport of beweging deed. De onderzoekers kregen hun informatie voor dit onderzoek van begeleiders en beleidmakers. Observaties van of interviews met cliënten hebben niet plaatsgevonden.
Uitkomsten
De uitkomsten van de meerjarige monitor zijn positief. Tien van de dertig gemonitorde instellingen hebben intussen een beleidsplan voor sport en beweging, vijf zijn zo’n plan aan het ontwikkelen. Bij twaalf instellingen is de sport- en bewegingsdeelname van cliënten in de programmaperiode toegenomen. Tijdens het programma zijn cliënten bewuster gaan bewegen: ze helpen actief in het huishouden en bewegen meer tijdens de dagbesteding. Bewegingsagogen hebben begeleiders geadviseerd over dit soort vaak nieuwe beweegactiviteiten. Bij ruim de helft van de 331 onderzochte instellingen zijn de afgelopen jaren maatregelen genomen on cliënten meer te laten sporten en bewegen.
Volgens Remko van den Dool, onderzoeker bij het Mulier Instituut, blijkt uit de monitor dat er duidelijk een proces in gang is gezet. ‘We hebben geconstateerd dat een hoger percentage cliënten nu beweegt of sport. Dat doen ze bij meer instellingen dan aan het begin van dit programma. De komende jaren moet dit vliegwiel verder draaien. Over drie of vier jaar zouden we eigenlijk opnieuw moeten meten of de trend beklijft, of niet.’
Monitor Zo kan het ook! Beweegstimuleringsprogramma voor mensen met een verstandelijke handicap, het eindrapport. Mulier Instituut, Utrecht, 2012. Te downloaden van www.gehandicaptensport.nl.
Remko van den Dool is senior-onderzoeker bij het Mulier Instituut in Utrecht, r.vandendool@mulierinstituut.nl
Meer bewegen is leuk en kost niks
De ’s Heeren Loo Zorggroep stimuleert sport en bewegen onder de noemer Iedereen beweegt. Het gaat om hetzelfde idee als wat landelijk Zo kan het ook! heet. Cliënten en begeleiders bij de locatie Groot-Schuylenburg in Apeldoorn brengen het dagelijks in praktijk.
Zes oudere mensen met ernstig meervoudige beperkingen wachten in een kring in de rolstoel op wat er gebeuren gaat. ‘En dan gaan we nu het parachutespel doen’, schalt de stem van begeleidster Maureen Gosselink door het beweeglokaal, onderdeel van de dagbesteding bij ’s Heeren Loo locatie Groot-Schuylenburg in Apeldoorn. Uit de beweegbox pakt Maureen een kleurige doek van parachutestof. In dat doek deinen vrolijke ballonnen. Op een teken van Maureen trekt iedereen het doek strak, zodat de ballonnen omhoog dwarrelen. Dat is leuk! Nog een keer! Annie Kamphorst ziet het aan, maar doet niet mee. Dus wordt Annie onder de parachute gereden om het spelletje extra te beleven. Dan pakt Maureen ringen uit de beweegbox. Iedereen mag een ring over een stok gooien, zoals op de kermis. Maar Thea Ovink wil dat niet. Helemaal ineengedoken staart ze naar de grond. Maureen reikt haar een ring aan. Traag opent Thea haar ogen en richt haar hoofd op. De ring wacht om gegrepen te worden. Langzaam opent Thea haar houding, als een bloemknop in de lentezon. Ze tast naar de ring en kijkt ernaar. Verder komt ze niet, maar ze heeft wel bewogen en daar gaat het om.
Pittenzakjes
Na het parachutespel en het ringsteken mogen de deelnemers pittenzakjes in een mand gooien. Jan Haar laat het na de instructie afweten, maar hij krijgt pardoes een zakje op zijn hoofd gelegd. Dat pakt hij wel vast - om het op de grond te gooien. Iedereen klapt: toch beweging! Anderen spelen het beweegspel met meer verve. Maureen: ‘Vroeger zat bewegen niet vast als onderdeel in het dagprogramma. Sinds Iedereen beweegt wel. De ouderengroep komt drie dagen per week naar het beweeglokaal. Naast de behendigheidsspelletjes bewegen we ook op muziek. Bij cliënten die niet kunnen bewegen wekken we bewegingservaring op door met zachte handschoenen op hun armen of romp te drukken. Dat prikkelt hun spieren en is dus ook een vorm van beweging.’
Zo zit bewegen verstrengeld in de dagbesteding van deze EMB-cliënten. Met als resultaat dat ze, op een werkdag van zes à zeven uur, een tot anderhalf uur op hun niveau en binnen hun mogelijkheden bewegen. Een direct gevolg van de campagne Iedereen beweegt bij ’s Heeren Loo.
Beweging beleven
Een paar honderd meter verderop op Groot Schuylenburg in Apeldoorn zindert de energie door de gesloten afdeling voor EMB-jongeren. Bewegen lijkt, gezien hun leeftijd, haast vanzelfsprekend. Toch is bewegen hier pas onlangs een integraal onderdeel geworden van de dagbesteding. Onder groot gejuich gooit een jongen met duidelijk motorische problemen een zachte bal in een veelkleurige zak. Tjoeknetbal, heet dit spel uit de beweegbox. Iedereen gooit op zijn manier, de een smijt, de ander legt de bal in het tjoeknet. Soms vliegt de bal meters naast. Twee jongeren die helemaal gebonden zijn aan hun rolstoel kijken genietend toe. Zij beleven beweging. Ook goed.
Begeleidster Manon Coenen: ‘Ik schat dat de jongeren in deze groep tijdens hun dagbesteding zo’n drie uur per dag bewegen. We doen als groep elke dag te voet de boodschappen voor de lunch. Ook brengen we nog een keer het afval weg. Dat zou gecombineerd kunnen worden met de gang naar de supermarkt, maar zo wandelen we nog eens extra. Twee keer in de week gaat de groep zwemmen. We doen ook spelletjes in de buitenlucht. En iedereen helpt actief mee met opruimen. Natuurlijk deden deze jongeren al aan beweging, maar sinds Iedereen beweegt gebeurt dat vaker. Soms vragen ze expliciet om beweegactiviteiten. Voor hen is dat een positieve manier om vaardigheden te laten zien. Als begeleiders zijn we ons nu bewuster van de kansen om beweging door routinehandelingen heen te vlechten.’
Beweegplan
Ook bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen blijkt een wereld te winnen, legt bewegingsagoge Dolinda Buchwald uit. ‘Aankleden, bed opmaken of de vaat doen. Dat zijn evenzoveel potentiële beweegmomenten. Van al die mogelijkheden hebben de begeleiders van de woon- en dagbesteding een beweegplan voor de cliënten gemaakt, dat onderdeel is van ieders persoonlijk plan. Zo’n beweegplan geldt in de woning en bij de dagbesteding van de cliënt. Tijdens Iedereen beweegt wilden we hier honderd beweegplannen opstellen. Dat is gelukt. Maar er zijn in de regio Apeldoorn zeshonderd cliënten, dus er ligt nog een uitdaging. Elk jaar willen we er honderd bij maken.’
Iedereen beweegt is inmiddels een heuse campagne geworden bij ’s Heeren Loo locatie Apeldoorn en elders binnen de ’s Heeren Loo Zorggroep. De bewegingsagogen lopen rond in een shirt met het logo. Elke maand wordt een cliënt uitgeroepen tot Ger-de-Beweeg-Ster- en wordt hij gefilmd en uitgezonden op, in dit geval, de populaire Schuylenburg TV. Op een groeiend aantal locaties staat de beweegbox en ligt een Beweegboek, waarvan versies bestaan voor cliënten van midden en hoog niveau en voor cliënten met EMB. En bovendien heeft locatie Groot-Schuylenburg een heuse Cruijff Court gekregen, voor allerlei beweeg- en sportactiviteiten in de buitenlucht. Dat het management achter de beweegfilosofie staat, blijkt uit de donatie van 32 beweegboxen, betaald door regiodirecteur Hetty Verhulst.
Leuk
‘Een programma als dit kost niets extra’s aan inzet van mensen en middelen’, zeggen projectleider Jan Willem Thomassen en bewegingsagoog Jeroen Wezenberg. ‘Het is een kwestie van andere keuzes maken, van een paradigmashift. Bewegen kun je altijd dichtbij huis doen. In plaats van tv kijken met cliënten ga je samen de was opbergen of koffiekopjes wegbrengen. Dat kost niks. We bieden begeleiders alternatieven met zulke beweegingrediënten aan. De begeleider kan zelf de hagelslag pakken van de bovenste plank in het keukenkastje, maar de cliënt kan dat ook doen. Dat is weer een klein strek- en beweegmoment! Natuurlijk moeten de cliënten al dat bewegen wel leuk vinden, want verhalen over gezondheidswinst zeggen hun niks. Gelukkig kun je bewegen makkelijk aantrekkelijk maken.’
Gezonde leefstijl
Bij de ’s Heeren Loo Zorggroep is het beweegstimuleringsprogramma van Gehandicaptensport Nederland op zes plaatsen uitgevoerd. In de eindevaluatie staan de positieve punten van die inspanning opgesomd. Zo zien medewerkers nu meer het belang in van bewegen binnen de algemene dagelijkse levensverrichtingen. En de meeste cliënten weten dat bewegen belangrijk is en kennen de beweegactiviteiten. De vraag van cliënten naar zwemmen, dansen en meer bewegen voor ouderen is dankzij het programma gegroeid.
Maar de medewerkers van Iedereen beweegt signaleren ook knelpunten. Het opstellen van persoonlijke beweegplannen kost ook tijd, tijd die er niet altijd is. En hoewel de organisatie het thema volledig omarmt, is er nog geen vastgesteld beleid rondom bewegen. Daarom wordt er nu druk gewerkt aan de beleidsnotitie Gezonde Levensstijl, met het voornemen die voor de zomer van 2013 organisatiebreed ter besluitvorming vast te leggen.
De verbreding van bewegen naar een gezonde leefstijl zou, volgens de projectleiders en alle medewerkers van Iedereen Beweegt, de volgende stap moeten zijn naar een optimale gezondheid van cliënten. Als verdere concretisering van het zo belangrijke kwaliteitsdomein lichamelijk welbevinden.
Het stimuleringsprogramma Zo kan het ook heeft impact gehad op de leefstijl van een grote groep mensen met verstandelijke beperkingen. Iedereen beweegt van de ’s Heeren Loo Zorggroep is daarvan een heel mooi voorbeeld. Dit project toont aan dat voor succesvolle implementatie aandacht nodig is voor bewegen op organisatieniveau, individueel niveau en op uitvoeringsniveau.
De uitkomsten van de meerjarige monitor van Zo kan het ook zijn weliswaar positief, maar ook blijkt dat niet elke zorgorganisatie kans heeft gezien om resultaten op alle genoemde niveaus te behalen. Monitoring van resultaten over langere tijd, zoals Remko van den Dool voorstelt, verdient daarom zeker aanbeveling.
Effecten van meer bewegen op de gezondheid van de cliënten blijken niet uit de monitor: slechts 13 van de 30 organisaties hebben fittesten geborgd. Dat is jammer, want onderbouwing kan juist helpen om financiële voorwaarden te verwerven. De genoemde ‘paradigmashift’ bij begeleiders wonen en dagbesteding is van groot belang: deze begeleiders hebben een cruciale rol bij de dagelijkse uitvoering van het beweegplan. Focus op blijvende attitudeverandering en voorbeeldfunctie van deze begeleiders vragen de komende jaren zeker nog inzet in tijd en geld.
Een ander positief effect van Zo kan het ook blijkt uit de voorbeelden: bewegingsagogen waren altijd al specialisten op het gebied van zelf bewegen met cliënten, echter nu adviseren en coachen bewegingsagogen ook op dit gebied!
Concluderend kunnen we stellen dat een belangrijke eerste stap met Zo kan het ook is gezet, maar ook dat er letterlijk en figuurlijk nog veel vervolgstappen gezet zullen moeten worden.
Dr. Aly Waninge is fysiotherapeute bij Koninklijke Visio De Brink & lector Participatie en gezondheid van mensen met verstandelijke en visuele beperkingen aan de Hanzehogeschool Groningen.