'Cijfers schieten tekort'
Hoeveel mensen met een beperking er zijn en wat ze de samenleving kosten, wordt vaak uitgebreid becijferd. Minder aandacht is er voor hun waarde en betekenis. Hoe druk je die het beste uit?
‘Het is belangrijk dat mensen zien wat je kan, in plaats van wat je niet kan’, zei zangeres Jerney Kaagman onlangs in een interview bij Pauw & Witteman. Een paar dagen ervoor had ze in het weekblad Weekend (‘Mijn grootste hit heette ook Weekend’) onthuld dat ze een chronische ziekte heeft: Parkinson. Ze had het jarenlang voor de buitenwereld verborgen gehouden, bang om ‘in de hoek gezet te worden’. En intussen ontstonden er pijnlijke roddels. Haar gezicht zou uitdrukkingsloos zijn door vele botoxbehandelingen, zo werd beweerd. ‘Kom naar buiten’, zei hoogleraar neurologie Bas Bloem, die Kaagman behandelt en tijdens de uitzending naast haar zat. ‘Laat zien wat je nog kunt bijdragen aan de samenleving.’ Niet alleen mensen met een chronische ziekte, maar ook mensen met een beperking zullen zich herkennen in het verhaal van Kaagman. Ze willen zo gewoon mogelijk leven en zijn bang dat stigmatiserende benamingen hen in de weg staan. Ze hebben last van praatjes en willen graag laten zien wat ze waard zijn.
Talent
Het meest overtuigende voorbeeld over de betekenis van mensen met een beperking voor de samenleving dat ik ooit hoorde, komt van de Amerikaanse hoogleraar John McKnight. In 2004 was hij in Nederland en vertelde op een congres van Perspectief over zijn werkwijze. Heel kort samengevat: zoek welk talent iemand heeft en bedenk op welke plek dat het meest tot zijn recht komt. Hij noemde een forsgebouwde jongeman met een verstandelijke beperking die altijd vrolijk is en hij imiteerde zijn luidruchtige manier van doen. Zijn goede humeur is zijn grote talent, aldus McKnight. Een ziekenhuis was bereid om deze jongen de post te laten rondbrengen. Het werd een groot succes. Zelfs op afdelingen waar terminale patiënten lagen, knapte de sfeer zichtbaar op als hij binnendenderde met zijn postkar, vrolijk roepend: Hallo allemaal, hier is de post! Later bleek trouwens dat ik niet de enige was die zich door McKnight liet overtuigen. Barack Obama vertelt graag over de ervaringen die hij als student bij hem opdeed met buurtwerk in Chicago.
Maatschappelijke baten
Helaas hoor je weinig over de maatschappelijke betekenis van mensen met een beperking. Als ze onderwerp van gesprek zijn, dan gaat het meestal over kosten. Bijvoorbeeld in de Miljoenennota 2013. Daarin wordt een onderzoek aangekondigd naar de uitgaven die vanuit verschillende departementen worden gedaan ten behoeve van mensen met een beperking: AWBZ-zorg, rugzakjes, het speciaal onderwijs, de Wajong en andere regelingen. Alleen al vanuit de AWBZ wordt 6,5 miljard euro uitgegeven aan gehandicaptenzorg, schrijft het toenmalige Kabinet. En van 1998 tot 2010 zijn de uitgaven jaarlijks met 8,6 procent gestegen. Dat zijn natuurlijk belangrijke cijfers, maar zouden de opbrengsten ook niet moeten worden meegewogen? Een woordvoerder van het ministerie van VWS zegt desgevraagd dat er in het onderzoek ook aandacht is voor de ‘maatschappelijke baten’ van mensen met een beperking, zij het niet uitgedrukt in cijfers. Als je belt naar instanties als het Sociaal en Cultureel Planbureau, met de vraag wat mensen met een beperking bijdragen aan de samenleving, krijg je als antwoord dat er alleen onderzoek wordt gedaan naar de stijging van aantallen en naar de kosten. Al beseft men ook daar dat er tevens opbrengsten zijn.
Bijzonder Welkom
Welke cijfers zijn er wel? In 2011 namen 59.000 intramurale cliënten van organisaties in de gehandicaptensector deel aan dagbesteding, weet de brancheorganisatie VGN. In de meeste gevallen is die dagbesteding gericht op het actief bezig zijn, maar ongeveer 14.000 cliënten verrichten productief werk, bijvoorbeeld in een bakkerij, winkel of kunstatelier. Van de 44.000 extramurale cliënten is niet bekend hoeveel er productief werk verrichten, maar het ligt voor de hand dat een relatief groot deel hiertoe in staat is. Wat die mensen doen wordt steeds meer zichtbaar. Vanuit de dagbesteding zijn initiatieven ontstaan die voor een algemeen publiek toegankelijk zijn en waar geld over de toonbank rolt: lunchrooms, buurtsupers, ateliers, cadeauwinkels en fietsenmakers. Een overzicht van deze initiatieven biedt de website Bijzonder Welkom van de VGN, die sinds 2009 in de lucht is. Volgens Inge Wichink Kruit van de VGN heeft deze website niet de pretentie volledig te zijn, terwijl er nu toch achthonderd bedrijven op te vinden zijn. En inmiddels is er ook een app voor de iPhone. De website trekt gemiddeld vierhonderd bezoekers per dag. In september 2012 waren het er in totaal 12.000, tweeduizend meer dan het jaar ervoor.
Liefdevol
Op dit moment trekt Kinderboerderij De Proosdij in Ede, een initiatief van ’s Heeren Loo, de meeste bezoekers op Bijzonder Welkom. Je kunt er niet alleen dieren bekijken, maar ook thee drinken, zelfgemaakte houtproducten kopen en verse eieren. Daarna komt kringloopwinkel Grotzooi van Zozijn, in Luttenberg, waar je na het winkelen op het terras kunt neerstrijken. En op drie staat lunchroom het Oude Kantongerecht van De Passerel in Apeldoorn, waar het brood uit de eigen bakkerij komt. Een bezoeker schrijft op de website: ‘Op zaterdag 31 maart 2012 heb ik samen met mijn kinderen en kleinkinderen mijn 75ste verjaardag gevierd. Wij hebben ons toen bij Het Oude Kantongerecht verwend met een heerlijke en geweldig verzorgde high tea. De bediening was liefdevol en geweldig.’ Zulke woorden zeggen misschien meer dan duizend cijfers. Wie glans wil geven aan een groot of klein moment in zijn leven, is bij mensen met een beperking vaak aan het goede adres. Hun bijdrage aan de samenleving laten we in dit themanummer zien in woord en beeld.
Met dank aan Mario Nossin (Perspectief) en Han Huizinga (VGN).