CAO Gehandicaptenzorg: ‘Goed werkgeverschap is meer dan loon’
De VGN en de vakbonden bereikten eind juni een onderhandelingsresultaat dat moet leiden tot een nieuwe CAO Gehandicaptenzorg. Maar, is een CAO eigenlijk nog wel van deze tijd? Daarover praten bestuurders Arend Vreugdenhil en Andrea van Steensel in De Stellingcast, de podcast van de VGN. ‘Het fenomeen cao is een goed middel om collectieve afspraken te maken, maar we moeten onszelf wel echt gaan verbeteren in de manier waarop dat gebeurt.’
Onderstaande tekst is een longread op basis van de VGN Podcast: Is een cao nog wel van deze tijd?
In een serie podcasts en artikelen besteedt de VGN deze zomer aandacht aan de financiële zorgen in de gehandicaptenzorg en wat de branche daar zelf aan kan doen. Dit is de derde podcast in de serie.
Onderhandelingsakkoord cao
Op dinsdagavond 27 juni zijn de VGN en vier vakbonden (FNV, CNV Zorg & Welzijn, FBZ en NU’91) het eens geworden over het openbreken en verlengen van de lopende CAO Gehandicaptenzorg. Er werd een onderhandelingsresultaat bereikt over een loonontwikkeling van in totaal tien procent en er volgen mogelijk specifieke aanpassingen in de reiskostenvergoeding, de onregelmatigheidstoeslag (ORT) en in de voorrangsregels bij het inroosteren van personeel.
Koopkrachtverlies
Arend Vreugdenhil, bestuurder van zorgorganisatie Pameijer en de voorzitter van de cao-onderhandelingsdelegatie namens de VGN, vertelt dat het openbreken van de cao een gevolg is van de hoge inflatie en dus koopkrachtverlies voor de medewerkers in de gehandicaptenzorg. Het nieuwe akkoord moet de koopkracht in de lopende cao repareren.
Stemming tijdens de ALV
Hoewel er een onderhandelingsakkoord is bereikt, is er nog geen nieuwe cao. Vakbondsleden en VGN-leden moeten eerst nog stemmen over het bereikte akkoord. Dat laatste gebeurt tijdens de ALV op maandag 17 juli. Wordt dat spannend? ‘We zijn blij met een nieuwe cao, omdat het een goede waardering is voor onze medewerkers. Helemaal nu de koopkracht achteruitgaat’, zegt Vreugdenhil. ‘Tegelijkertijd zien we dat de financiële polsstok bij zorgorganisaties steeds kleiner wordt. Dus ja, het wordt wel spannend.’ Dat vindt ook Andrea van Steensel, bestuurder bij zorgorganisatie Ipse de Bruggen. Van Steensel zat aan de cao-onderhandelingstafel namens de werkgevers. ‘Commerciële organisaties kunnen cao-resultaten doorbelasten in de prijzen naar klanten. Dat kan in de zorg niet en dat maakt het spannender.’
Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling
Een manier om toch marktconforme arbeidsvoorwaardenontwikkeling mogelijk te maken in de zorg, is de OVA, de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling. Deze methode werd door de werkgevers aan de onderhandelingstafel ingezet. ‘Omdat we geen commerciele organisatie zijn die zelfstandig prijzen kan verhogen, is er de OVA: een prijscompensatie van onze tarieven. Omdat die compensatie achterblijft ten opzichte van de inflatie (de compensatie wordt namelijk pas naderhand aangepast), hebben wij als werkgevers onze nek uitgestoken, om dit naar voren te halen. Daarmee nemen we eigenlijk een voorschot op de toekomst. Dat is een risico, maar met het verlengen van de cao tot en met 2024 hebben we ook een jaar langer om dit te realiseren.’ Van Steensel vindt het ook een risico, omdat het niet zeker is dat de OVA voldoende zal zijn om de voorgestelde loonontwikkeling te betalen. Maar voegt toe: ‘Er zijn zorgaanbieders die het nu financieel echt ingewikkeld hebben. We willen wel graag dat zij zorg kunnen blijven leveren.’
Werkgevers zijn bereid risico te nemen
Vreugdenhil benadrukt dat veel zorgaanbieders bereid zijn dit risico te nemen. Hij legt uit dat de waardering van medewerkers een prioriteit moet zijn, ‘maar dit geeft ons als werkgevers wel een verplichting om op andere fronten ons sterk te maken om financieel op orde te blijven.' Hij verwijst hiermee naar de verschillende factoren die tot financiële zorgen leiden, zoals vastgoed- en energieprijzen, de zorginkooptarieven en de arbeidsmarkt.
Minder loon in de gehandicaptenzorg?
Aan de onderhandelingstafel ging het vooral over het repareren van koopkracht en het bestrijden van inflatiepijn. Maar bij de vakbonden kwam opnieuw de veronderstelling naar voren dat de gehandicaptenzorg achterloopt in de loonontwikkeling. Is dat terecht? 'We hebben ons echt ingespannen voor de medewerkers die qua salaris achterbleven bij andere zorgsectoren: de medewerkers die dagelijks met mensen met een beperking werken. Met het resultaat dat nu is bereikt, hebben we een cao die zeker zo goed is als die van de ggz en de ouderenzorg’, zegt Vreugdenhil. ‘Dus wij hoeven niet meer dat Calimero-effect te hebben: ons onterecht klein te voelen.’
Meer financiële ruimte
Hoewel de inhaalslag op de hoge inflatie van twaalf procent in 2022 niet volledig is gemaakt, geven beide bestuurders toe. Van Steensel: ‘Het feit dat de inflatie twaalf procent is, wil niet zeggen dat werkgevers in de zorg het dan niet goed doen als er geen loonsverhoging van twaalf procent komt. Het is niet de taak van de werkgever om de financiële problemen van Nederland op te lossen. Wat we nu hebben gedaan is financiële ruimte creëren, binnen de grenzen van wat werkgevers kunnen.’
‘Goed werkgeverschap is meer dan loon’
Ze vervolgt: ‘We moeten heel goed voor onze medewerkers zorgen en daarom ben ik ook blij met dit akkoord, omdat het een stapje extra is.’ Hoewel het niet het enige is dat werkgevers kunnen en moeten doen, geeft ze aan. ‘Goed werkgeverschap gaat in de basis om het waarderen van medewerkers, maar het uit zich ook in stabiele teams, in opleidingsmogelijkheden voor medewerkers, in het opvangen en begeleiden van nieuwe medewerkers, in roosters waarbij werk en privé gecombineerd kunnen worden en ervoor zorgen dat medewerkers kunnen werken met de doelgroep waar ze graag mee willen werken.’
Voorrangsregels bij het inroosteren van personeel
Ook Vreugdenhil geeft aan dat goed werkgeverschap gaat over het waarderen van medewerkers. Op de vraag of goed werkgeverschap ook is dat vaste medewerkers net zo goed worden beloond als tijdelijke werknemers, antwoordt hij: ‘In de cao hebben we het over medewerkers die zich verbinden aan onze organisatie. Daar willen we iets voor doen op het gebied van salaris, veilig werken, opleidingen, roostering, maar ook in de vergoeding voor onregelmatig werken (ORT). En dan geven we bij het roosteren voorrang aan medewerkers die zich langdurig aan ons verbinden.’
Collectieve afspraken?
De ORT, de roosterproblematiek en de reiskosten, hoort dat eigenlijk wel thuis in een cao of is dat iets wat je beter zelf kunt regelen als werkgever? Nee, vindt Van Steensel. 'Het is juist goed dat we als werkgevers alles collectief regelen voor medewerkers, en er dus geen verschillen door het land ontstaan. Kijk, als werkgevers wilden we vaste medewerkers voorrang geven op het rooster. Dan is het ook een fantastisch signaal dat zoiets in de cao geregeld is. De cao is een belangrijk instrument waar iedereen zich aan moet houden.’
Polarisatie
De cao is niet meer deze tijd, luidt de stelling in de podcast. ‘Nee’, vindt Vreugdenhil. ‘Het fenomeen cao is een goed middel om collectieve afspraken te maken, maar we moeten onszelf wel echt gaan verbeteren in de manier waarop dat gebeurt. Nu worden we eigenlijk in een polarisatie gezet. Je bent voor of je bent tegen. Dat betekent automatisch dat de een het goed doet en de ander het niet goed doet, terwijl we als werkgevers en werknemers eigenlijk allemaal hetzelfde doel hebben: goede zorg voor mensen met een beperking en goede arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers. Ik ben absoluut ontevreden over die polarisatie.’ Die polarisatie ervaart Van Steensel ook als iets negatiefs. Zij geeft als antwoord op de stelling ‘ja en nee’. ‘Collectief is wel van deze tijd. Dat gaat ons helpen, maar niet meer via het onderhandelingsprincipe. Ik ben voor vernieuwing op het punt waar we tegenover elkaar staan. We hebben elkaar nodig.’
Zijn we tijd verloren?
Waarom duurde het eigenlijk zo lang voor er een onderhandelingsakkoord kwam te liggen? Hebben we tijd verloren? ‘Wij wilden als werkgevers een langere looptijd van de cao, terwijl de bonden dat niet wilden. Ja, daar hebben we tijd verloren’, zegt Vreugdenhil. Van Steensel begrijpt het ongeduld dat hier en daar de kop opstak. 'Bijna tweehonderdduizend medewerkers keken uit naar een onderhandelingsresultaat. Als je iets heel graag wilt, dan duurt alles te lang. Helemaal als het de vraag is of je je boodschappen nog kunt betalen. Op hun beurt willen werkgevers ook heel graag een akkoord, maar het gaat wel om grote bedragen. Al die tientjes extra, tellen heel erg op als je een paar duizend medewerkers hebt.’
De VGN-leden stemmen in de ALV van 17 juli over het onderhandelingsresultaat.
Meer informatie
Van het gesprek met de bestuurders is een podcast gemaakt. Deze podcast is te luisteren via Spotify en Soundcloud.
Tijdens de hele zomer besteedt de VGN periodiek tot aan Prinsjesdag vanuit verschillende invalshoeken aandacht aan de financiële situatie in de gehandicaptenzorg en de veerkracht die de sector toont. Meer informatie over de cao is te vinden op deze overzichtspagina.