Aandacht voor innovaties
Drie technologische innovaties die samen met mensen met beperkingen zijn ontwikkeld, waren dit jaar genomineerd voor de Gehandicaptenzorgprijs. ‘Wat zo mooi is, is dat ze uit de zorg zelf zijn voortgekomen’, zegt juryvoorzitter Martin Boekholdt
Sensoren voor luiers, robots, apps, een datingsite, serious gaming - de vijftien inzendingen voor de gehandicaptenzorgprijs 2018 waren dit jaar heel divers. Op 12 november werd de eerste prijs toegekend aan Evelien Dirkse van de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende kind (NSDSK) voor de app KinderGebaren.
De twee andere overgebleven genomineerden inzendingen ontvingen een aanmoedigingsprijs: de app signaLEREN van Koraal en het digitale lesprogramma Ziejewel van Bartiméus. De winnende innovaties zijn alle drie gericht op een betere kwaliteit van bestaan voor kinderen en jongeren.
Juryvoorzitter prof.dr. Martin Boekholdt licht de keuze toe: ‘Deze innovaties zijn alledrie uit de zorg zelf voortgekomen. Professionals signaleerden een probleem in de praktijk waarvoor zij een oplossing zochten. Cliënten speelden zelf een rol bij de ontwikkeling van de innovatie. De app KinderGebaren betrok daarbij niet alleen dove kinderen, maar ook jeugdigen zonder beperking. Daarom scoorde deze het hoogste bij zowel de vakjury als bij de jury van ervaringsdeskundigen.’
De VGN organiseerde de Gehandicaptenzorgprijs voor de zevende keer. Dit jaar lag daarbij de nadruk op technologische ontwikkeling. ‘Zorgmedewerkers gaan daar heel gedreven mee aan de slag’, viel Boekholdt op. ‘Veel meer dan voorheen halen zij kennis op bij cliënten en verwanten en kijken ze naar wat zij belangrijk vinden voor een goed leven. Het is een lang, maar inspirerend en leerzaam proces om in co-creatie je product te ontwikkelen.’
Moeilijke emoties‘Het heeft ons bloed zweet en tranen gekost, maar we geloven er dan ook echt in’, lacht Brigitte Blijlevens, sensorisch-informatieverwerkingstherapeut bij Koraallocatie De Hondsberg in Oisterwijk, onderdeel van Koraal. Zo’n vijf jaar werkte zij, samen met haar collega, GZ-psycholoog Natalie van Hilst, aan een app voor jongeren met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. In 2014 was er al een eerste prototype en begin dit jaar werd de app signaLEREN vervolmaakt. Deze is nu intern en extern beschikbaar. ‘De app is echt vanuit de praktijk ontstaan’, vertelt Van Hilst trots. ‘Een geweldig proces van pionieren in de zorg.’
Blijlevens legt uit hoe het idee tot stand kwam: ‘Het leren reguleren van emoties is altijd al een belangrijk onderdeel van onze zorg en onderwijs bij Koraal. We gebruikten onder andere een signaleringsplan. Gewoon op papier in een map. Maar we wilden jongeren motiveren er zelf actiever mee aan de slag te gaan en zochten daarvoor een meer eigentijds hulpmiddel.’
OntspanningsoefeningDe app signaLEREN helpt jongeren om er zelf iets aan te doen wanneer emoties te hoog oplopen. Voelt een gebruiker bij zichzelf veel spanning, dan zet hij de app aan. De app leidt hem of haar door een aantal vragen. Allereerst over hoe het met hem gaat, wat hij voelt en welke gedachten hij heeft. Dat heet de signaleringsfase. Voelt hij zich alleen een beetje onrustig of flipt hij en wil hij dingen kapot maken? Vervolgens kan de gebruiker iets doen om de spanning te reguleren. Dat kan een ontspanningsoefening zijn of een activiteit die hem rustig maakt.
‘Het mooie is dat de regie bij de cliënt zelf ligt’, vertelt Van Hilst. ‘Wanneer een begeleider ziet dat het even niet goed gaat met de jongere , kan de begeleider hem aanmoedigen om de app erbij te pakken. Maar daarna bepaalt de jongere zelf wat hij doet bij oplopende spanning. Hij heeft die telefoon bovendien altijd bij zich, dus kan er op school, thuis en onderweg zelf mee aan de slag. De jongeren zelf zijn positief over die autonomie, al moeten we de een wat meer stimuleren dan de ander.’
OplossingenVoor het eerste gebruik richt de begeleider richt de app op de pc helemaal op maat voor de jongere en zijn omgeving in. ‘We doen dat samen’, legt Blijlevens uit. ‘We bespreken het plan met de jongere en samen bedenken we oplossingen die voor hem helpend kunnen zijn. Zo heeft de een wat aan een geruststellend filmpje van mama die zegt dat ze van hem houdt en de ander luistert naar een muziekje. Eén van onze cliënten wil naar buiten om Pokémons te vangen!’
Hoewel de app ontworpen is voor jeugdigen van Koraal, is deze ook geschikt voor volwassenen met emotie-regulatieproblemen. Blijlevens: ‘Je kunt de iconen en strategieën ook op het niveau van volwassenen inrichten.’
Van Hilst: ‘We gaan de app nu binnen Koraal implementeren. Twee externe partijen, een zorginstelling en een school voor havo- en vwo-leerlingen met autisme, gaan er ook mee aan de slag. Met alle gebruikers willen we de app evalueren en blijven verbeteren.’
> KORAALGROEP.NL
Een beter zelfbeeld voor slechtziende kinderenSlechtziende kinderen lopen meer risico op het ontwikkelen van een negatief zelfbeeld. Bartiméus, organisatie voor onderwijs, zorg en dienstverlening aan mensen met een visuele beperking, deed er in 2011 onderzoek naar. Wat bleek? Psycho-educatie kan kinderen helpen om positiever en realistischer naar zichzelf te kijken. Voor orthopedagoog Yvonne Kruithof was dat aanleiding om Ziejewel te ontwikkelen.
‘Veel kinderen zijn vanaf hun geboorte al slechtziend’, legt Kruithof uit. ‘Het is dan heel lastig om te begrijpen wat een ander ziet en jij niet. In het reguliere onderwijs geven kinderen, ouders en leerkrachten aan niet goed te weten hoe over de visuele beperking te praten. Ons digitale lesprogramma Ziejewel helpt daarbij.
Het programma is bedoeld voor slechtziende kinderen in groep 3 en 4 van de basisschool. In vrolijke animaties worden in tien digitale lessen herkenbare situaties geschetst die je op school kunt tegenkomen. Bijvoorbeeld: je kunt op het schoolplein je vriendjes niet vinden. Een kinderstem verwoordt de gedachten die je daarbij kunt hebben: ‘Ze zullen me wel stom vinden.’
Spelenderwijs wordt het kind uitgedaagd om emoties te herkennen en gedachten te vinden die hem of haar kunnen helpen: ‘Ik spreek met m’n vriendjes af bij de schommel.’ Een les bestaat uit een animatie over een probleem, een liedje en twee spellen, en sluit af met een oplossing voor het probleem.
‘We hebben de afgelopen jaren veel situaties verzameld die we gebruiken in de lessen. Omdat leerlingen deelnamen aan de ontwikkeling, is er veel herkenning bij kinderen die het spel spelen’, vertelt Kruithof. Iedereen reageert heel enthousiast. ‘Niet alleen in de klas, maar ook thuis loggen ze in. Zo kunnen ze aan hun ouders beter uitleggen tegen welke problemen ze op school aanlopen en welke oplossingen hen helpen. We praten vaak te weinig over de visuele beperking. Het programma helpt kinderen er zelf beter woorden aan te geven.’
Een mooi voorbeeld was het jongetje dat op school nooit hulp wilde vragen en niet wilde opvallen tussen zijn ziende klasgenoten. Kruithof: ‘Toen de klas tikkertje ging spelen, vroeg hij de gymleraar om de tikker een oranje hesje aan te trekken, zodat deze beter zichtbaar was. Precies zoals hij dat in het lesprogramma had gezien!’
De ontwikkeling van Ziejewel was een lang traject. Na afronding in 2016 is een effectmeting gedaan waarbij ook collega-organisatie Visio betrokken was. Kruithof: ‘Ziejewel had echt een positief effect op het welbevinden van de kinderen die het hadden gevolgd. Ze waren beter in staat om met lastige situaties om te gaan.’
Er is veel belangstelling uit het buitenland en daarom is er de wens om een programma in het Engels te maken. Bartiméus wil ook een aangepast programma maken voor de midden- en de bovenbouw van de basisschool.
Kruithof staat helemaal achter die grote ambities: ‘Ik ben heel blij met alle aandacht die er nu is voor deze leerlingen die een steuntje in de rug nodig hebben. Hoe meer kinderen we kunnen helpen, hoe liever het me is.’
Toen Bas van der Wilk, vader van het dove jongetje Kester vertelde over zijn idee, zag Evelien Dirks een kans die zij meteen aangreep. “Bas maakte filmpjes van zijn horende dochter. Zij toont daarin gebaren, zodat haar dove broertje deze kan leren. Het leek ons geweldig als we dit idee konden uitwerken in een app die voor veel meer mensen beschikbaar is”.
Dirkse, senior onderzoeker bij de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK) ontwikkelde samen met Van der Wilk een kleine pilot-app met dertien gebaren Deze presenteerden zij aan de Nederlandse Stichting van het Gehandicapte Kind. Die kende de subsidie toe die de ontwikkeling van de app mogelijk maakte.
Dirkse: ‘Dove en slechthorende kinderen zijn afhankelijk van gebaren om te kunnen communiceren. Ze leren gebaren in onze behandelgroepen en ook de ouders volgen gebarenlessen. Deze app vormt een goede aanvulling op het aanbod.’
In de vrolijke kleurrijke app laten kinderen gebaren zien die horen bij woorden in de thema’s Dieren, Ik en omgeving, Leuk, Seizoenen en Emoties. Welk gebaar hoort er bijvoorbeeld bij ijsbeer, badkamer of broer? Het kind kijkt goed, doet het gebaar na en test zijn kennis in een quiz.
Dirkse: ‘We gebruiken de app in onze behandelgroepen voor kinderen van anderhalf tot vier jaar. Maar ook thuis gaan kinderen zelfstandig met de app aan de slag met hun ouders, broertjes en zusjes en grootouders. Ze kunnen het al heel snel zelf bedienen. Vooral de quiz vinden ze leuk om te doen, want daarmee kunnen ze een taartje winnen.
Steeds vaker gaan dove en slechthorende kinderen naar het reguliere onderwijs. Dirkse ziet dat ook daar de app goed ontvangen wordt: ‘Horende kinderen vinden het hartstikke leuk om een paar gebaren te leren om met hun dove klasgenoot te kunnen praten. En dat is weer goed voor de interactie tussen de kinderen.’
GeduldEen gebaren-app voor deze leeftijdsgroep bestond nog niet. ‘Wij vonden het heel belangrijk dat er kinderen in meededen en dat het er aantrekkelijk uitzag’, benadrukt Dirkse. ‘Kinderen leren graag van andere kinderen. Ze motiveren elkaar. In onze app zit veel diversiteit, er doen zowel dove als horende kinderen mee. En over ieder T-shirt en kleurtje is nagedacht. Iedereen moet zich kunnen identificeren.’
Het ontwikkelen van de app duurde ongeveer een jaar. Wilk is de technische bouwer. De NSDSK zocht de woorden uit die bij de taalontwikkeling passen en realiseerde de filmpjes.
Dirkse: ‘Met kinderen werken vergt veel geduld. Bij sommigen duurde het lang voordat één gebaar eindelijk goed uitgevoerd en netjes op de film stond. Maar de draaidagen met de kinderen in de studio waren echt een feestje. Je zag ze groeien van zelfvertrouwen.’
Om de lancering van de app te vieren, togen alle kinderen die hebben meegewerkt in april 2017 naar de dierentuin: ‘Een fantastische dag. We hebben de gebaren geoefend van alle dieren die we tegenkwamen.’
De app KinderGebaren is gratis beschikbaar voor iedereen. Dirkse is er blij mee dat deze sinds de lancering al 50.000 keer is gedownload. Om de app verder uit te breiden, is nieuwe subsidie nodig. Dirkse: ‘We zouden graag nog het thema ‘Eten en drinken’ toevoegen en misschien nog een ander spelelement. We zijn ontzettend trots en blij met alle mooie reacties en aandacht. Deze prijs is voor ons echt de kers op de taart.’
Foto's: Aleid Denier van der Gon