Nieuws

Toegang huisartsenzorg en bekostiging van behandeling in de Wlz

20 november 2018

Rondom het traject behandeling in de Wlz lopen momenteel meerdere acties. Toegang tot huisartsenzorg voor Wlz-cliënten wordt steeds vaker als knelpunt ervaren door zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg. Gezamenlijk met de NVAVG is de VGN daarom met VWS in gesprek over deze problematiek. Daarnaast is de NZa bezig met een onderzoek naar de mogelijkheden van bekostiging van behandeling in de Wlz in het kader van het pakketadvies van het zorginstituut. De VGN heeft gereageerd op de consultatie van de concept-uitvoeringstoets van de NZa. Hieronder gaan wij in op deze onderwerpen.

huisarts meet bloeddruk mannelijke patient

Toegang huisartsenzorg

De toegang tot huisartsenzorg voor cliënten in verblijf met behandeling is een steeds meer opkomend probleem. Dit kwam naar voren in de ledenbijeenkomst die we in het voorjaar hielden, maar wordt nu ook steeds vaker aangegeven door leden. Samen met de NVAVG hebben we daarom in een brief aan VWS de problematiek beschreven en gepleit voor borging van de toegang tot huisartsenzorg voor alle cliënten in de Wlz, voor de korte en langere termijn (zie bijlage). Hierbij zien we adequate gereguleerde tarieven als basisvoorwaarde, maar dit is zeker niet voldoende om de toegang te borgen. Huisartsen moeten worden verleid om de behandeling voor onze cliënten op zich te nemen. Er zijn ook acties nodig op het gebied van opleiding, registratie en gegevensuitwisseling. We zijn hierover in gesprek met VWS. Ook de LHV en Ineen betrekken we hierbij.

Daarnaast is de facilitering van huisartsen door de zorgaanbieders van belang, zoals beschikbaarheid van de AVG, triage, bijscholing. Begin 2019 organiseert de VGN hierover een ledenbijeenkomst met inspirerende voorbeelden zowel vanuit zorgorganisaties als vanuit het perspectief van huisartsen.

Bekostiging behandeling

De NZa doet, in opdracht van het ministerie van VWS, onderzoek naar de bekostiging van behandeling in de Wlz. Dit in het kader van het advies van het zorginstituut om behandeling voor alle institutionele Wlz cliënten in de Wlz te positioneren. De NZa adviseert zowel de wijze waarop de prestaties vorm zouden moeten krijgen als welk budget er nodig is en welke overhevelingen nodig zijn. Daarnaast heeft de NZa gekeken naar een definitie van de term geclusterd VPT, die het zorginstituut in haar onderzoek samen met verblijfszorg als institutionele zorg beschouwt. De concept-uitvoeringstoets is recent ter consultatie voorgelegd aan de VGN.

Bekostiging

In haar reactie op de concept-uitvoeringstoets heeft de VGN als absolute vereiste aangegeven dat de net in de herijking vastgestelde tarieven, die recht doen aan de prestaties die zorgaanbieders leveren conform de beschrijvingen van de ZZP’s, uitgangspunt moeten zijn voor de prestaties verblijf met behandeling en dat daarvoor voldoende financiële ruimte beschikbaar moet zijn. Daarnaast moet toegang tot behandeling voor alle Wlz-cliënten worden geborgd.

De NZa kiest voor een model waarbij behandeling onderdeel uitmaakt van een integrale ZZP-prestatie. Dit sluit aan bij de huidige prestatie verblijf met behandeling. Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor het hele pakket en maken afspraken met onderaannemers of nemen zelf behandelaren in dienst.

De VGN vindt dat dit een goed uitgangspunt is voor de bekostiging, omdat dit het meest recht doet aan de gewenste samenhang tussen zorg en behandeling. Maar voor huisartsenzorg en tandartsenzorg zien we nu al zoveel knelpunten in de toegang, dat we voor deze onderdelen pleiten voor adequate gereguleerde tarieven. Dat wil zeggen dat de NZa tarieven vaststelt waarmee de verantwoordelijke zorgaanbieder afspraken kan maken met huisartsen en tandartsen.

Om te bepalen welk macrobudget nodig is, heeft de NZa een vergelijking gemaakt tussen de behandelcomponent in de Wlz en de gemaakte kosten in de Zvw voor cliënten die nu een pakket zonder behandeling ontvangen. De gedeclareerde kosten in de Zvw blijken veel lager te liggen dan de behandelcomponent. Deze verschillen zijn door de NZa deels verklaard, mede op basis van overleggen met een aantal zorgaanbieders zowel uit de gehandicaptenzorg als uit de ouderenzorg. De VGN heeft in haar reactie hierop nog aanvullende verklaringen aangedragen.

VPT

Wat betreft de definiëring van geclusterd VPT is de NZa uitgekomen op een institutionele woonvorm waarbij één zorgaanbieder primair verantwoordelijk is voor het geheel van wonen, zorg en leven. De zorg wordt integraal geleverd vanuit een VPT, maar de cliënt is verantwoordelijk voor de bekostiging van de woonruimte. Hierbij gaat behandeling ook deel uitmaken van het pakket. De leveringsvorm VPT zonder behandeling vervalt daarmee. Wel kan gekozen worden voor een MPT.

De VGN kan zich vinden in deze keuze, maar vraagt wel aandacht voor de mogelijkheid voor de regiefunctie en personenalarmering bij een MPT.

Onze volledige reactie alsmede het consultatiedocument vindt u in de bijlage.

Naast dit onderzoek is eerder onderzoek gedaan naar de huidige uitvoeringspraktijk van behandeling in de Wlz.

Besluitvorming positionering behandeling

Het onderzoek van de NZa is uiterlijk eind januari 2019 afgerond en de definitieve uitvoeringstoets wordt dan aangeboden aan de minister. Daarna zal de minister een besluit nemen over het advies van het zorginstituut en de verdere uitwerking. Gezien de uitvoeringsconsequenties verwachten wij dat de invoering van wijziging van de positionering van behandeling op zijn vroegst per 2021 kan plaatsvinden.