Nieuws

Strafrecht als 'optimum remedium' bij seksueel misbruik cliënten

16 december 2015

De VGN-handreiking ‘Sturen op aanpak van seksueel misbruik’ uit 2011 is een goede basis voor de inzet van het strafrecht bij seksueel misbruik tussen cliënten. Deze conclusie trokken alle stakeholders uit de justitiële keten tijdens een op 11 december door de politie, het openbaar ministerie (OM) en de VGN gezamenlijk geïnitieerde expertmeeting. 

Vertegenwoordigers van de politie, het OM, de inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ), van cliënten en deskundigen en aandachtsfunctionarissen seksualiteit en seksueel misbruik van lidinstellingen stelden tijdens de bijeenkomst vast dat de handreiking kan worden geactualiseerd en opnieuw onder de aandacht kan worden gebracht van instellingen. Daarbij zou moeten worden benadrukt dat preventie van seksueel misbruik mede begint bij aandacht voor ‘gezonde’ seksualiteit. Daarnaast is vooral goede communicatie met ouders en wettelijk vertegenwoordigers essentieel wanneer er sprake is van (een vermoeden) van seksueel misbruik.

Nieuw perspectief

De aanleiding voor de expertmeeting was de recente aandacht voor dit complexe thema in de media en een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer in juni van dit jaar (https://www.vgn.nl/nieuws/tweede-kamer-bespreekt-aangifte-bij-seksueel-misbruik). Een bijeenkomst in september met het OM, de politie, cliëntenorganisatie Ieder(in), IGZ en de VGN leidde tot het besluit om de meeting te houden. Het doel dat werd gesteld: zicht krijgen op de verschillende perspectieven bij de inzet van het strafrecht bij seksueel misbruik van mensen met een beperking onderling die in een instelling verblijven. De uitkomst diende input op te leveren voor verdergaande afspraken over samenwerking.

Optimum remedium

Eva Kwakman van het openbaar ministerie benadrukte in haar presentatie dat het strafrecht als ‘optimum remedium’ moet dienen, oftewel in verbinding moet staan met de andere vormen van handhaving en toezicht. De inzet van het strafrecht dient een bijdrage te leveren aan de versterking van de veiligheid en veerkracht van de cliënt. Daarnaast constateerde Kwakman dat er verschillen zijn in de terminologie die gebruikt wordt in de zorg en in het strafrecht. Seksueel grensoverschrijdend gedrag is niet hetzelfde als strafbaar seksueel misbruik, ongewenst/tegen de zin is niet hetzelfde als dwang, verstandelijk beperkt is niet hetzelfde als verminderd weerbaar/verminderde wilsbepaling. Belangrijke vraag is wat je met de inzet van het strafrecht wilt bereiken en of dat ook op een andere manier kan worden bereikt.

Studioverhoor

Recherchepsycholoog en rapporteur van het Landelijk Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) Mirjam Hupperetz ging in op de verschillende vormen van gespreksvoering met vermoedelijke daders en slachtoffers als het diagnostisch interview, het taxatiegesprek en studioverhoor. Alleen het studioverhoor is een instrument voor bewijsvergaring in het strafproces. Belangrijk is dat er in een vroegtijdig stadium contact is met de politie over de consequenties van aangifte.

Jan Verhagen van het Bureau Opsporing en Boetes van IGZ vertelde voorts over het Samenwerkingsprotocol gezondheidszorg dat sinds dit jaar is afgesloten met het OM.

Edwin van Houten van IGZ benadrukte tenslotte dat de inspectie geen rol heeft in de opsporing van zedendelicten en waarheidsvinding. Het gaat volgens hem vooral om het lerend vermogen van instellingen rond incidenten van seksueel misbruik en het vergroten van de veiligheid.

 

Foto van Johan van Ruijven
Wil je meer weten?
Neem contact op met Johan van Ruijven

Deze pagina is een onderdeel van: