De ene verwant is de andere niet
Ik ben verwant. Aan heel veel andere verwanten. Waar ik niet veel contact mee heb, maar ik zie ze wel. Als ik bijvoorbeeld in het verpleeghuis ben, waar mijn moeder verblijft. De meeste verwanten die ik daar zie, kwijten zich geruisloos van hun taak. Soms kijken we elkaar aan, in een soort verwantschap. Altijd komt daar een gelaten glimlach bij vrij. Lotgenoten die elkaar een hart onder de riem steken. Hé, je staat er niet alleen voor!
Net als veel andere verwanten mantel ik ook. Ik lever zorg die professionals er niet meer bij kunnen hebben. Het maakt van ons verwanten welzijnsbewakers die hun dierbaren het leven gunnen dat zo dicht mogelijk ligt bij het comfort dat wij zelf kennen.
Door mijn verwantschap en mantelzorg te combineren, versterk ik mijn zijde van de driehoek zorgvrager-zorgprofessional-verwant. Dat geeft mij invloed in de beantwoording van de zorgvraag die mijn moeder heeft. Ik maak daar passend gebruik van, door met zo veel mogelijk inlevingsvermogen – met name in de richting van de zorgprofessional – af en toe mijn mening te delen.
Soms bedek ik daarbij het oordeel van verwanten die ik minder goed ken met de mantel der liefde. Dat zijn de verwanten die klein zijn in getal, maar veel geluid produceren. Geluid waar media gek op zijn. Wéér een misstand in de zorg. Brief aan Hugo, verontwaardiging, hashtags, protest. Kom op, luiden die klokken! En de pers bellen. Journalisten zijn dol op misstanden in de zorg, die de nieuwsconsument meestal goed laat smaken, vooral als de narigheid nog even kan nagaren in de social-media-snelkookpan.
In een sector waarin van alles gebeurt, gaat wel eens wat mis. Daar is terecht aandacht voor. Er is veel aan gelegen om misstanden recht te zetten en daar meteen van te leren. De vraag is alleen hoe je daarbij optimaal gebruik kunt maken van de stille, grote meerderheid aan verwanten die altijd hun dierbaren voorop stellen en er in sterke driehoek het beste van maken.
Begrijp me goed, verwanten dienen van zich laten horen als het echt nodig is. Ik denk echter dat hun reactie niet van de daken hoeft te worden geschreeuwd. Het kan veel ludieker, positiever. Wel vanaf ons nationale protest-weide het Malieveld, maar zonder file, agressieve taal en fluitconcerten.
Ik zie het helemaal voor me: enkele tienduizenden verwanten. Het stille, goedwillende leger. Geen sprekers, geen Kamerleden, geen protestmuziek. Op het podium iemand die aftelt. Daarna uitsluitend een applaus dat een kwartier aanhoudt. Een staande ovatie voor de zorgprofessionals die soms menselijke foutjes maken, maar bovenal hard werken en altijd het allerbeste op hebben met hun dierbaren.
En mocht de blubber die de boeren, de bouwbedrijven en de onderwijzers hebben achtergelaten het Haagse actietoneel onbegaanbaar hebben gemaakt, dan spreiden wij voor onze bijzondere gasten, de zorgmedewerkers, massaal onze mantels uit over het aangetaste gras.
Johan van Ruijven