Zorginstituut start onderzoek naar de positionering van behandeling in de Wlz
De staatssecretaris van VWS heeft Zorginstituut Nederland gevraagd advies uit te brengen over de positionering van behandeling in de Wlz. De belangrijkste vraag die in het advies beantwoord dient te worden is: onder welke voorwaarden en per wanneer het verzekerde pakket kan worden aangepast om het onderscheid tussen specifieke behandeling en algemeen medische zorg bij de verschillende leveringsvormen te laten vervallen. Het Zorginstituut heeft inmiddels het onderzoeksbureau HHM gevraagd hier onderzoek naar te doen.
Behandeling in de Wlz
In de Wlz kunnen cliënten (net zoals dat in de AWBZ was) die in een instelling verblijven én daar Wlz behandeling ontvangen, tevens aanspraak maken op algemeen medische zorg. Dit betreft huisartsenzorg, behandeling van psychische stoornis, farmaceutische zorg, hulpmiddelen, tandheelkundige zorg en specifieke kleding. Cliënten die in een instelling verblijven, maar geen Wlz behandeling ontvangen en cliënten die thuis wonen met een VPT, MPT en/of PGB, hebben geen recht op algemeen medische zorg vanuit de Wlz. Dit onderscheid leidt tot afbakeningsdiscussies, zowel qua inhoud als qua financiering.
Adviesaanvraag Zorginstituut
De staatssecretaris vraagt het Zorginstituut te adviseren over de mogelijkheden om tot aanpassing van het pakket over te gaan, waarbij het onderscheid tussen specifieke en algemeen medische zorg komt te vervallen. Bij de oplossingsvarianten dient in ieder geval gekeken te worden twee varianten: alles onder de Wlz brengen en alles onder de Zvw brengen. Ook de consequenties van de oplossingsvarianten voor wet- en regelgeving, financiën en uitvoering dienen te worden meegenomen. Bij het advies moet ook gekeken worden naar de samenhang met het advies over het onderbrengen van de specifieke behandeling vanuit de ‘Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling’ in de Zvw.
Beide adviezen van het Zorginstituut moeten uiterlijk in oktober 2016 worden uitgebracht.
Onderzoek HHM
Het onderzoek van HHM richt zich op:
- het beschrijven van de problemen in de praktijk
- beschrijving van oplossingsvarianten voor de geconstateerde problemen
- beschrijving van de consequenties van de verschillende oplossingsvarianten
HHM verzamelt input voor dit onderzoek door middel van stakeholdersbijeenkomsten met branches en expertmeetings met inhoudelijk deskundigen. De VGN heeft hiervoor via leden van de bestuurlijke adviescommissies Bedrijfsvoering en Kwaliteit & Veiligheid experts benaderd.
In de tweede helft van januari vindt een online landelijke uitvraag plaats. Hier kunnen alle geïnteresseerde leden aan deelnemen. De VGN zal dit op de site aankondigen.
Het onderzoek moet in april zijn afgerond. Op basis van het onderzoek van HHM zal het Zorginstituut een advies aan de staatssecretaris opstellen.
Standpunt VGN
De VGN heeft in haar recente position paper ‘Toekomst gehandicaptenzorg in de Wlz’ aangegeven dat specifieke behandeling noodzakelijk blijft in de Wlz en extra nadruk krijgt bij mensen met meer complexe problematiek. Daarnaast is aangegeven dat om het door de VGN gewenste persoonsvolgende bekostiging goed te laten werken, een herijking van de ZZP-tarieven nodig is, met aandacht voor onder andere de component behandeling.
De VGN heeft in de zomer van 2015 het knelpunt van de onduidelijkheid in en ontoereikendheid van de financiering van behandeling bij VWS onder de aandacht gebracht.