VGN verliest hoger beroep verlaging vervoerstarieven
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft het hoger beroep tegen de korting op de vervoerskosten verloren. Het Gerechtshof in Den Haag acht de voorgenomen aanwijzing tot drastische korting op het gehandicaptenvervoer niet onmiskenbaar onrechtmatig. VGN-directeur Hans Schirmbeck: "Dit is een zeer teleurstellende uitspraak."
De staatssecretaris van Volksgezondheid heeft in juni, als uitvloeisel van het Lente-akkoord, een aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit aangekondigd, die ertoe strekt de aan de zorginstellingen vergoede kosten van gehandicaptenvervoer tot minder dan de helft te beperken. Daarop had de VGN bij de voorzieningenrechter in Den Haag gevorderd dat deze de Staat verbiedt een dergelijke aanwijzing te geven. Het gerechtshof oordeelde vandaag dat de maatregelen die in de aanwijzing staan niet onmiskenbaar onrechtmatig zijn. Daarmee bevestigt het Hof het vonnis van 24 juli.
Uit deze uitspraak van het gerechtshof blijkt dat aan de Staat een grote beleidsvrijheid toekomt om de kosten in de zorg te beheersen en rechters zeer terughoudend zijn om daarop in te grijpen. Het Hof vindt dat de voorgenomen aanwijzing niet in strijd is met de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de AWBZ. Het in de Wmg geldende uitgangspunt van redelijkerwijs kostendekkende tarieven, betekent niet dat de Staat vóór het geven van de aanwijzing moet bewijzen dat er sprake is van kostendekkende tarieven. Want daarbij moet de doelmatige zorgverlening betrokken worden. In het Besluit Zorgaanspraken AWBZ (BZa) staat namelijk dat de verzekerden aanspraak hebben op zorg die ze behoeven en waarop zij redelijkerwijs zijn aangewezen uit oogpunt van doelmatige zorgverlening.
Ook vindt het Hof dat de Staat, in het licht van de bezuinigingen, het lage tarief mag vaststellen waarvoor één op de zes instellingen het vervoer kan regelen. De Staat baseert zich hierbij op het rapport van onderzoeksbureau PwC.
Zie hier de uitspraak van het Gerechtshof